Gegevensbeheer
Binnen iASSET kan men data importeren in verschillende bestandsformaten.
Open hoofdtab Gegevensbeheer om de onderliggende opties te zien. Als je over Databeheer zweeft, zie je drie mogelijkheden, klik op Importeren.
Het navolgende scherm opent.
Het type import wordt geselecteerd, in ons voorbeeld een Excelbestand Paspoort, dat is bewerkt. Klik daarna op Start macro.
Er wordt nu een lijst met velden getoond. Selecteer de velden die moeten worden geïmporteerd en klik onderaan de lijst op Controleer velden. Het veld object id moet altijd geselecteerd zijn. Als er dubbele worden gevonden, kan dat worden voorkomen door een of meer Paspoort tabs op Niet importeren te zetten.
Wordt op Controleer velden gedrukt en er zijn geen dubbelingen meer, dan komt onderstaand scherm in beeld.
Er zijn een aantal opties. ‘Importeren’ is het direct importeren in iASSET. Desgewenst kan een rapport naar een emailadres worden gestuurd met het resultaat. ‘Importeren Test’ is bedoeld om te testen of het importeren het gewenste resultaat zal geven. Een rapportage met verslag kan worden geopend. ‘Importeren op de achtergrond’ is om het systeem zelf op een geschikt moment de import te laten verwerken. Dit kan een kwartier later zijn, maar afhankelijk van de drukte kan dit ook enkele uren zijn. Het is noodzakelijk hier het emailadres in te vullen; een bericht wordt gestuurd als het importen is uitgevoerd.
CSV
Betreft de import een CSV (Comma-Separated Values) bestand, volg dan deze link https://help.iasset.nl/help/handleiding-macro-export-import-csv/ voor een gedetailleerde beschrijving.
GeoJSON
GeoJSON is een formaat voor het vastleggen van geografische kenmerken samen met andere data door middel van JavaScript Object Notatie, vandaar de naam. De kenmerken zijn punten, lijnen, veelhoeken en meervoudig samengestelde verzamelingen daarvan (bron: Wikipedia). De files zijn in doorlopende regels van tekst, die met Wordpad kunnen worden geopend.
Shape
De ESRI Shapefile is een veelgebruikt uitwisselingsformaat voor geografische informatie. De door ESRI gepubliceerde specificaties van juli 1998 vermelden drie componenten waaruit een shapefile bestaat:
- een .shp-bestand met de ligging van objecten;
- een .dbf-bestand met attributen van die objecten in XBase-formaat;
- een .shx-bestand dat voor elk object de index in het .shp-bestand bevat.
De drie bestanden hebben behalve de laatste drie letters de rest van de naam gemeenschappelijk. Shapefiles zijn geschikt voor geometrieën die bestaan uit stuksgewijs rechte lijnen of polygonen van stuksgewijs rechte lijnen. Of punten. (Bron: Wikipedia)
Een shape file kan worden geïmporteerd vanuit een ander programma, zoals QGIS, FME of ArcGis in iASSET. Hiervoor moeten de .shp en .dbf uit de zip-file worden ingeladen.
Selecteer daarna het thema en druk op Start macro.